Ik ben Kirsten Steffens, 23 (eigenwijze) jaar oud en ben vaak te enthousiast en te fanatiek. Al sinds mijn tienerjaren vecht ik tegen psychische kwetsbaarheden. De ene dag wat meer dan de ander.
Vorig jaar kwam de Facebook groep ‘Nazorg en Herstel’ op mijn pad. Ik was bezig met de opleiding Ervaringsdeskundigheid in zorg en welzijn en sloot mij aan bij de vrijwillige experts om er voor elkaar te zijn.
Van vrijwillige expert ben ik doorgestapt naar de moderator-functie en ben ik ook beheerder van de stichting geworden op 4 oktober 2021.
Niet alleen op deze manier probeer ik een steentje bij te dragen aan meer openheid, begrip, steun en betere (na)zorg. Dit probeer ik ook door middel van teksten over te dragen. In maart 2021 is mijn boek ‘Het is wel goed zo’ uitgekomen, waar ik praat over de dagelijkse belemmeringen waar ik tegenaan liep. Hierover zal ik in een andere blog meer gaan vertellen.
Voor de site zal ik regelmatig stukken teksten plaatsen. Deze kunnen rakend zijn of helpend, je aan het denken zetten of misschien juist even stil. Vandaag wil ik graag dit blog-avontuur starten met een zelfgeschreven tekst over een verbinding die kan ontstaan wanneer jouw wereld lijkt te vergaan.
Iets waar onze groep ook voor staat: wetende hoe zwaar het is, welke strijd je voert maar waar je er ook achter komt dat je niet alleen bent en dat om hulp vragen geen zwakte is. Dat er mensen zijn die je willen helpen, steunen en er voor je zijn.
‘Als mijn wereld zou vergaan, zou jij er dan staan?’
‘Ik hoorde dat voor jou de wereld vergaat, hoe kan ik je helpen?’, stond er in de tekst die ze binnenkreeg via een bericht. Het bericht straalde erkenning, openheid en begrip uit. Iemand wou steun bieden, terwijl ik mij zo alleen voelde op deze wereld. Het zette haar aan het denken: ‘Hoe voelt het als de wereld voor mij vergaat en wie zal er dan zijn… Wie zal blijven?’
Zou je er al zijn, of zou je nog komen? En zou je ook blijven?
Zou je er zijn… als de wereld voor mij zou vergaan? Als we in twee verschillende werelden leefden: de een vol zonneschijn en de ander voelt aan alsof ik er samen binnen de kortste keren mee verdwijn. Zou je er zijn als ik de kracht niet meer heb om alleen te staan en als mijn moed om hulp te vragen en aannemen wegzakt. Of de hoop in mijn herstel en toekomst verloren is gegaan. Dat ik geen overzicht meer heb over wat er allemaal in mijn hoofd rondspookt. Dat alle gevoelens en gedachten mij lijken te overspoelen en ik begin te verdrinken in mijn eigen zee van een depressie. In een zee vol van destructieve, negatieve gedachten over mijzelf en het leven. De wanhoop dat mijn kop onder water blijft drukken, terwijl ik snak naar adem en met mijn laatste krachten blijf trappelen.
Want ik weet dat het anders kan zijn. Verlichting van pijn. De scherpe kanten van situaties af. Of gewoon… een fijne dag. Maar het lukt mij niet, niet nu.
Ik doe het maar met de kleine hapjes lucht en een korte, snelle blik op wat er om mij heen allemaal nog gebeurd. De momenten waarop ik mijn omgeving, als hulptroepen, even zie. Ik beeld voor mijzelf in wie wat voor taak zou aannemen en wie wat zou doen. Sta jij erbij? Sta jij te kijken? Sta jij hulp te bieden? Zou jij eraan komen zwemmen of zoek je naar een boot? Reik jij mij een reddingsband aan of gooi je een zuurstoffles vanaf de kant?
Wanneer ik nadenk over wat jij voor mij kan betekenen, komt er weer eens een storm aan en lukt het mij niet meer om erover na te denken. De golf zit vol van negatieve gedachten, overtuigingen en gevoelens over dat ik het alleen moet doen en de hulp niet verdien. Ik dompel onder en kom weer boven. Dit gebeurt zo vaak tot ik uiteindelijk niet meer de werkelijkheid overzie. Ik denk mijn hulptroepen aan de kant te zien. Als ik nog eens goed kijk zie ik ze zitten. Ze zitten nu onder een palmboom, met een cocktail op een strandbedje met elkaar te zonnen. Ik word moe van het beeld dat ik zelf geschetst heb. Moe van jaloezie, wanhoop en woede. In mijn hoofd schreeuw ik naar jullie. ‘Help mij, alsjeblieft, ik verga in deze wereld.’ Maar het blijft stil, geen reactie. De wind staat verkeerd, het onweert en door de vermoeidheid van het blijven trappelen om boven water te blijven heb ik geen adem meer over en hoort niemand mij roepen om hulp.
Waarom help je mij niet? Waarom ben je er niet? Waarom zie je mij niet?
Ik begin mij steeds meer af te vragen, want waarom zou je er zijn… als de wereld voor mij zou vergaan? De twee verschillende werelden passen niet eens bij elkaar. Ik begin mijn laatste energie te gebruiken om mezelf met gedachten, gevoelens en woorden naar beneden te halen. Het hoeft niet meer. Laat maar. Want waarom zou je er zijn als de wereld voor mij zou vergaan, terwijl jij hét leven kan leven? Ik vind geen geruststellende gedachten, sprankjes hoop of antwoorden op de vragen die zich afspelen in mij. Ik herhaal nogmaals dat het niet meer hoeft in mijn hoofd.
Tot jouw wereld vlak naast de mijne komt te staan. Stukje voor stukje komt jouw wereld dichtbij en zeg je tegen mij: ‘Mijn wereld is mooier met jou erbij in.’ Op dat moment stopt mijn wereld met zichzelf af te breken en voegt het zich samen met jouw wereld. Van de kleine stukjes die afgebrokkeld waren, worden nu gevuld met jouw wereld. Ik mag het even van jou lenen, net zo lang als ik wil.
Ik stop met gaten vullen tot ik weer na kan denken over wat als de wereld vergaat voor mij. Wie zou er dan zijn? Nu weet ik dat jij het antwoord op die vraag bent, want jouw wereld zit nu in de mijne. Wat ik precies nodig ben, dat weet ik niet maar je benoemd dat het niet uitmaakt. Ik mag jouw wereld lenen, nemen wat ik nodig ben,net zo lang en zo veel tot ik mijn eigen wereld weer aan kan. Ik weet dat dat gaat lukken, want jij fluisterde:
“Als jouw wereld vergaat: zal jij er zijn, want jij zit ook in mij.”